Wat deden we zoal?

(Om redenen van vertrouwelijkheid hebben we de voorbeelden hier en daar geanonimiseerd.)

Burger
We zien in theorie graag wethouders die uit de samenleving komen waarin ze dienen. In de praktijk kan dat soms heel lastig zijn. Zeker als de nieuwe wethouder de combinatie ‘ondernemer, grootgrondbezitter en Ruimtelijke Ordening’ met zich meebrengt. Het kostte enige overtuigingskracht om zowel de griffier, de burgemeester als de afdeling Communicatie van de gemeente zich op de ontstane situatie in te laten regelen. En o ja: het moest snél.

Misverstanden?
Het MT van een productiebedrijf vroeg zich af hoe het toch kon dat de werkvloer genomen besluiten niet uitvoerde zoals ze bedoeld waren. Het probleem bleek al snel dat het MT onderling verdeeld was over wat de besluiten inhielden. Dan kun je het als Productie natuurlijk nooit goed doen. Een stevige training en wat begeleiding brachten uitkomst.

Pek en veren?
De Gemeenteraad kon het niet waarderen dat de kosten voor Infrastructuur steeds weer opliepen, eerdere beloften van de wethouder dat ‘Nu, nu écht!’ het lek boven water was ten spijt. Kluit noch Riet stond de wethouder bij in het uit de organisatie naar boven halen van álle onderliggende feiten. Deze feiten op een begripvolle manier verwoorden en door de wethouder uit laten spreken klaarde de lucht. Raad en wethouder konden weer met elkaar door één deur.

Klaar ermee!
Ze konden allemaal de boom in. Steeds weer de ellende van voorgangers, College en anderen over zich heen krijgen – de gemeentesecretaris liep erop vast. Een paar coachgesprekken en een inventarisatie met College en directieleden later waren taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden weer voor iedereen duidelijk en hanteerbaar. Het werk was weer prettig geworden.

Boze buurt
De buurt zát al niet te wachten op een kliniek voor forensische psychiatrie en verslavingszorg in hun achtertuin. De ‘Hiep, hiep, hoera!’-brief die de afdeling Communicatie van de gemeente de dag na het beslissende raadsdebat rondstuurde (‘Pietjepuksteradeel staat weer op de kaart!’, dat werk) was olie op het vuur. Er moest, met enige spoed, een ventielsessie komen waar omwonenden, gemeente en instelling nu eens oprecht en eerlijk naar elkaar zouden luisteren – zonder valse verwachtingen. Kluit noch Riet zat de informatieavond voor en bereidde alle sprekers voor op hun rol. Het werd weer rustig in de buurt.

Persmuskieten!
“Ze moeten ons hebben – en dus zeggen we niks!” De Raad van Commissarissen van een chemisch bedrijf adviseerde de Raad van Bestuur om vooral niet te reageren op de serie kritische interviews met medewerkers die in de regionale media verscheen. Iets met ‘stilzitten als je geschoren wordt’. Het bestuur vond daar, ondanks tegenwerpingen van de afdeling Communicatie, wel wat in zitten. Toen Kluit noch Riet ter plekke kwam, stoof het even in de directiekamer. Een dag later werd de verslaggeefster, de ‘boosdoenster’, gebeld. “Kom eens langs als je wilt. We hebben al veel te lang onze mond gehouden.”

Tussen empathie en redelijkheid
Ergens in de complexe keten zorgverleners had een schakel gefaald, een overdrachtsdossier was onvoldoende gewicht toegekend, menselijk gedrag bleek te onvoorspelbaar – hoe dan ook: er was een dode gevallen en ‘de keten’ werd ervoor verantwoordelijk gehouden. In de orkaan van media-aandacht die opstak hielp Kluit noch Riet de betrokkenen koersvast te blijven en empathie te betonen zonder zich intussen allerlei onredelijke verwijten in de schoenen te laten schuiven.

Lijmen of breken?
Ineens werd de positie van de wethouder onhoudbaar. De coalitiepartijen waren erdoor overvallen – wat nu gedaan? In een weekend brachten de adviseurs van Kluit noch Riet samen met de fractievoorzitters de ontstane situatie in kaart en stippelden samen met hen de mogelijke strategieën uit. Een ontwrichtende bestuurscrisis kon zo ternauwernood worden afgewend.